3. La douce France
Door: Romano en @nnelies
Blijf op de hoogte en volg Romano en @nnelies
26 Mei 2008 | Frankrijk, Sarrebourg
donderdag 22 mei
Wat is het lekker opstaan in het groen met het kabbelende water vlakbij. Dat watertje is meteen onze badkamer. Onze matrasjes liggen een stuk beter dan de futons op de grond in Japan, maar dat kan te maken hebben met de verende bodem en de grasmat.
Om tien uur rijden we, na een ontbijtje van thee en een Sultana. Een uur later zijn we al 170 meter geklommen; een enorme krachtsinspanning zo in de vroege ochtend. Romano blijft in het zadel; Annelies moet zo nu en dan echt weer klunen.
Op het hoogste punt, 522 meter, vragen we bij een huis om water voor de bidons. We babbelen ook even met het echtpaar. Ze geven ons een tip waar we kunnen brunchen: iets voorbij Sevenig, bij Maria; en de groeten van Karl.
Na een heel lekker stuk weg, voornamelijk omlaag, arriveren we tegen twaalven bij Maria die heerlijk Schinkenbrot serveert. Met melk en koffie erbij zijn we weer helemaal klaar voor het vervolg.
De waard komt nog even babbelen, over Paul Benjaminse, die voor het bedrag van 400 DM hun etablissement in zijn boek wilde aanduiden met een huisje (overnachten) in plaats van met alleen een koffiekopje. En over de pelgrim die gisteren bij hen was; hij is op weg naar Assisi met een bagagekarretje annex rugzak.
Om half twee rijden we bij Dasburg ons vierde land, Luxemburg, binnen. Om 2 uur fietsen we door het dorp Kohnenhof, buitengewest van Obereisenbach, met een camping. Hier kunnen we mooi een gasflesje kopen. Romano ziet het bordje internet.
Dat is leuk! Het verslag is t/m gisteren klaar; met een paar regels erbij over vanmorgen en de dagafstand van dit moment (28,5) kan het zo op de website. We vatten de tocht aldus samen: “We voelen ons prima; met de pijntjes valt het bijzonder mee en we slapen uitstekend. Het weer is onze grote vriend. “
Met wat mail-afhandeling en het nieuws zijn de gratis 20 minuten zo om.
De rest van de middag fietsen we heerlijk verder. We volgen alsmaar de loop van de rivier de Our, een grensrivier. We rijden soms links, soms rechts van het water, dus afwisselend in Duitsland en Luxemburg. Vele stille dorpjes zijn al aan ons oog voorbijgetrokken.
En als er weer eens zo’n stuk stijgende weg komt, dan lijkt het of het wat gemakkelijker gaat dan tot nu toe. Oefening baart kunst. In elk geval wordt elke helling beloond met een heerlijk omlaag-suizen.
In Vianden, gedomineerd door een groot kasteel, slaan we water en zuivel in. Een jong stel bewondert onze geparkeerde fietsen en Annelies heeft een leuk gesprekje met hen.
Als we de stad uitrijden, staan we voor een stoplicht; het eerste sinds Maastricht.
In Wallendorf vloeien de Our en de Sauer samen. Al fietsend zien we echt de prachtigste dalen! Dit is ook het mooiste seizoen; het groen is fris en er zijn volop bloemen, in tuinen zowel als in bermen.’t Is allemaal grensgebied; we zigzaggen wat tussen Duitsland en Luxemburg.
Als we om half zeven ons kampje opslaan in het hoge gras aan de oever van de Sauer, te midden van boterbloemen, fluitekruid en (verderop) veel brandnetels, zijn we opnieuw heel tevreden met onze dag.
We kokkerellen in het gras; ons diner bestaat uit: appel, noodles, yoghurt en pinda’s, bekroond met een heerlijk kopje zoethoutthee. We beluisteren de geluiden van de avond: heel veel vogelgezang, afgewisseld door autogeraas vanaf de overkant van de rivier.
Zodra het kil wordt, gaat de tent dicht. En zodra de tent dicht is, kruipt Romano alvast in de slaapzak. Niet moeilijk te raden hoe kort het duurt voordat hij aan het snurken is.
Dagafstand 59 km
Reisafstand 212 km
vrijdag 23 mei
Om vier uur al beginnen de vogels te zingen! Daar liggen we een uurtje wakker van (ook al omdat we scheef liggen ), maar gelukkig keert de slaap weer terug. Als we later nog eens op het horloge kijken, is het opeens kwart over acht. Snel opgestaan in ons groene paradijsje en...we worden steeds sneller... 70 minuten later rijden we al, na een lekker kopje thee! Maar ja... eerlijk is eerlijk... we hebben ons niet gewassen, want de rivier ligt onbereikbaar laag.
Opnieuw een veelbelovende lucht: hoge bewolking met wat blauw. Volgens het routeboekje krijgen we vandaag slechts één helling, bij Bivels, en voor de rest vlakke weg.
In Grundhof moeten we kiezen: een korte weg met hellingen of een omweg door vlak land. De keus is niet moeilijk: we rijden liever ver en vlak. We moeten vanaf dit punt de Piste Cyclable nr. 3, ofwel PC3, volgen.
Het is heerlijk rijden zo. De kilometers schieten voorbij en om 11 uur zijn we al in Echternach. Dit is een mooi oud stadje, erg toeristisch ook, maar wij wijden daar geen tijd aan. We vinden een bakker en een supermarkt, zodat we een half uurtje later heerlijk op een bankje kunnen gaan brunchen, met uitzicht op de Sauer, die hier langzamerhand Sûr gaat heten.
We rijden vooral aan de Luxemburgse kant met permanent uitzicht op Duitse plaatsjes aan de overkant. ’t Zijn stille stadjes, waar we nu al een paar dagen doorheen fietsen. Je vraagt je af of er wel eens iets spannends gebeurt. We zien keurig onderhouden tuinen, weinig winkels, geen jongelui, nauwelijks leven in de brouwerij.
Om half twee, in Wasserbillig, bereiken we de Moezel en zet een pont ons voor 1 euro p.p. over naar de Duitse oever. Hiermee verlaten we Luxemburg, waar we op de kop af één etmaal geweest zijn.
Vanaf hier heet het de Mosel-Radweg. Heerlijk vlak, het zonnetje schijnt, de hellingen staan vol wijnranken en we genieten met volle teugen. Zoals het nu gaat, zo hebben we het ons voorgesteld. De grote hindernis van de Ardennen ligt achter ons en we zoeven door het Moezeldal. Schitterend.
Om 14.00 houden we een koffie-met-taart-stop en om 16.00 rijden we Nennig binnen. Daar gaan we even de toerist uithangen, omdat Romano graag het Romeinse mozaïek wil bezichtigen waar hij vroeger zo vaak met leerlingen is geweest tijdens de werkweken in Trier.
Het is de omweg zeker waard; leuk om even iets cultureels te doen bij al die sportiviteit.
Om kwart voor vijf rijden we verder en eigenlijk komt, nu alles zo vlot gaat, Frankrijk wel in zicht! Dat hadden we vanmorgen niet gedacht.
Om half zes passeren we de Franse grens, in Sierck-les-Bains doen we nog wat inkopen en om 18.40 uur houden we halt op een mooi plekje aan de oever van de Moezel, omringd door een paar hoge bomen en net bij een bocht met mooi uitzicht over het water.
Bijzonder romantisch! Het plekje past precies bij de fles rode wijn die we gekocht hebben.
Als de tent staat, gaan we eerst zwemmen en ons goed wassen. Dit is al de derde overnachting zonder douche, maar Moezelwater met zeep en shampoo frist ons helemaal op. Daarna een wijntje aan de waterkant en een bordje ravioli uit blik met heel veel kaas.
We kunnen ons geluk niet op met zo’n stek, met zo’n reis en.... met vandaag 85 kilometer op de dagteller!! En weer bijtijds onder het dons, zonder lang lezen of puzzelen, want we zijn gewoon elke avond afgeknoedeld.
Dagafstand 85 km
Reisafstand 297 km
zaterdag 24 mei
Om kwart over zeven zijn we al voldoende uitgeslapen om op te staan. Daardoor kunnen we ook ongedacht vroeg rijden: half negen! Helaas, na 25 minuten en 6 kilometer in zuidelijke richting blijkt dat Annelies de rugzak heeft laten liggen. Terug dus! Romano past op alle bagage en Annelies fietst in 38 minuten, op een lichte fiets, terug en weer heen, waarbij haar record op de vlakke baan absoluut gebroken is.
Tegen tienen rijden we weer, onder een steeds somber wordende hemel. Dat legt vanzelf een beetje een grauwsluier over het landschap en de dorpen waar we doorheen fietsen. Veel plaatsen liggen er ook verlaten bij en dat komt niet omdat het zaterdagochtend is, maar omdat dit een leeggelopen regio is; de jonge mensen trekken naar de stad, er woont vaak nog maar een handjevol oude mensen, de winkels sluiten en daar is de doodse sfeer. Voor ons is het ook heel lastig, dat we geen bakker of koffietentje vinden. Bovendien gaat het ook nog een beetje regenen; we hullen ons snel in onze jacks en doen extra voorzichtig met het remmen tijdens afdalingen.
Eindelijk, tegen de middag al, in het plaatsje Kédange sur Canner, vinden we een kruidenier met broodafdeling. Net voor middagsluiting nog. We slaan e.e.a. in en brunchen een kwartiertje later op een troosteloze picknickbank tussen een uitpuilende vuilnisbak en een geparkeerde tankauto. Het is even droog geworden gelukkig.
Ook ’s middags blijft het droog, maar somber, en we krijgen te kampen met het volgende lastige ding: behoorlijke tegenwind. We moeten veel kale, hooggelegen landwegen rijden en de wind heeft daar vrij spel. En nog steeds nergens een cafeetje; alle op de routekaart aangegeven koffiekopjes duiden op een inmiddels gesloten tent.
Annelies heeft om vijf uur helemaal geen puf meer; die extra 12 km van vanmorgen spelen misschien ook een rol. We besluiten tot een vroege stop in het eerste het beste geschikte weitje. Dat komt al snel, maar we moeten wel door heuphoog gras heen om een beschutte plek te bereiken.
Zodra de tent staat, begint het behoorlijk te regenen. Wat een geluk dat we vroeg gestopt zijn! We scharrelen in de nattigheid tot we ons huishoudentje op orde hebben en gaan maar wat slapen en hangen tot om 7 uur zowaar de zon weer doorbreekt en we, om ons heenkijkend, ontdekken dat het toch wel weer een supermooi kampeerplekje is.
Alweer, noodgedwongen, een creatief avondmaaltje van stokbrood, fruit en pinda’s. We hebben nl. de hele middag geen winkel meer gezien. De yoghurt bewaren we tot morgen en met het water moeten we heel spaarzaam omgaan. We slapen vroeg en in de nacht horen we het opnieuw kletteren op het tentdak.
Dagafstand 70 km (Annelies 82)
Reisafstand 367 km
zondag 25 mei
Alweer vroeg wakker en zowaar schijnt de zon! Snel eruit en op pad, voordat het opnieuw gaat regenen, denken we. We krijgen de boel nog redelijk droog ingepakt, maar voor we aan de weg staan, zijn we tot boven de knieën nat van het gras. Daar is op gerekend: we zijn met reeds natte schoenen gaan lopen; aan de weg drogen we ons af en trekken droge sokken/fietsschoenen aan. Het is dan tien over acht.
De lucht is blauw en het is al snel warm. Ook is er nauwelijks wind, de hellingen vallen mee en we fietsen heerlijk door prachtig golvend landschap. De ene graanakker na de andere trekt aan ons oog voorbij, afgewisseld door koolzaadvelden waar je het geel al een beetje ziet komen. Voor die stralend gele akkers zijn we net een paar weken te vroeg.
Als we, kort na tienen, door het plaatsje Suisse komen, ontmoeten we een Nederlands stel , Loes en Frans, dat ook naar Rome blijkt te gaan, maar dan lopend en in etappes. We maken een praatje, ze nodigen ons uit voor een kopje koffie van hun gasbrandertje c.q. Mocconapotje en wij zorgen voor de koek erbij (sultana’s). Het wordt een heel bijzondere ontmoeting, want Loes is zeer bekend met Servas en Frans heeft het gedicht ‘Ithaka’ als motto in zijn notitieboekje staan. Hoe bestaat het!
We nemen afscheid, wensen elkaar goede reis en weten dan nog niet dat Romano hen nogmaals zal spreken deze ochtend.
We fietsen heerlijk verder, genieten bijzonder en dan.... raken we elkaar kwijt. Romano draait een rondje over een erf, Annelies fietst daarlangs en volgt daarna drie kilometer lang een andere fietser. Om een lang verhaal kort te maken: we rijden elk kilometers terug om de ander te vinden, echter... elk vanaf een verschillende plek. Romano ziet daarbij nog tweemaal de wandelende landgenoten en bedenkt met hen een noodplan, maar Annelies heeft intussen op een hoge top de bagage verstopt en is met een lichte fiets teruggereden. Blij weerzien?? Nou, eerst nog niet; eerder boos weerzien, omdat Annelies had kunnen bedenken dat een stug doorrijdende fietser Romano niet kan zijn; die zou bij de eerstvolgende kruising gestopt zijn. Maar gelukkig zijn we weer samen.
Intussen nergens een bakker of cafeetje; wat een landstreek, dat Lotharingen! We houden een appel-stop en een pinda-stop en drinken mondjesmaat water. Later bellen we ergens aan om de bidons te vullen; dat mag natuurlijk en we krijgen nog een grote fles bronwater kado.
Die doodstille plaatsjes blijven ons verbazen. Ze zien er schilderachtig uit, maar je ziet nauwelijks een teken van leven. Toch moet er leven zijn, want we zien geparkeerde auto’s. Misschien zijn ze allemaal aan de zondagmiddagdut?
Soms krijgen we even wat mee van wat er speelt. In een dorp staan twee borden:
1. OUI voor schone energie; 2. NON voor windenergie.
Intussen blijft het heerlijk fietsen vandaag. De zon schijnt voortdurend; wat een verschil met gisteren! We kleuren lekker bij, al blijven de bovenbenen wit van het broekje en het voorhoofd idem van de helm.
We schieten ook lekker op in de richting van Mittersheim, waar we eindelijk weer eens een camping op de route hebben gezien.
Een half uurtje voor aankomst zien we een gezellig terrasje. Koffie! Het wordt er extra leuk als de eigenares een praatje komt maken en zomaar een Frans kookboek kado doet. Voor moederdag, want dat is het vandaag in Frankrijk. Alweer een leuke verrassing op deze dag.
We zitten er heerlijk en nemen er nog een wit wijntje bij. Het cafeetje is nog maar tien dagen open; bij vertrek wensen we de eigenaars succes met hun zaak en nog veel Rome-fietsers als klant (met als tip om broodjes te gaan serveren voor alle reizigers die al dagen geen winkeltje kunnen vinden).
Een half uur later zijn we op de camping. We vragen en krijgen een plekje met een stroompaal, zodat de diverse apparaten opgeladen kunnen worden. Van de Duitse buurman krijgen we de vierde verrassing van deze dag: een heerlijk glas witte wijn als welkom en waardering voor de fietsprestatie.
De hier aanwezige restaurants zijn dicht; we moeten het doen met de snackbar van de camping. Daarna een heerlijke douche, de eerste sinds vier dagen.
Het is een warme avond en we zitten nog een hele tijd op het bankje aan de plas. Aan de overkant loopt de TGV-lijn; als zo’n supersnelle trein passeert, is dat een heel mooi gezicht: alle verlichte raampjes worden weerspiegeld in het water.
Dagafstand 59 km (daarbij nog 7,5 km elkaar zoeken en 3 km op camping rondrijden op zoek naar restaurant)
Reisafstand 426 km
Wat is het lekker opstaan in het groen met het kabbelende water vlakbij. Dat watertje is meteen onze badkamer. Onze matrasjes liggen een stuk beter dan de futons op de grond in Japan, maar dat kan te maken hebben met de verende bodem en de grasmat.
Om tien uur rijden we, na een ontbijtje van thee en een Sultana. Een uur later zijn we al 170 meter geklommen; een enorme krachtsinspanning zo in de vroege ochtend. Romano blijft in het zadel; Annelies moet zo nu en dan echt weer klunen.
Op het hoogste punt, 522 meter, vragen we bij een huis om water voor de bidons. We babbelen ook even met het echtpaar. Ze geven ons een tip waar we kunnen brunchen: iets voorbij Sevenig, bij Maria; en de groeten van Karl.
Na een heel lekker stuk weg, voornamelijk omlaag, arriveren we tegen twaalven bij Maria die heerlijk Schinkenbrot serveert. Met melk en koffie erbij zijn we weer helemaal klaar voor het vervolg.
De waard komt nog even babbelen, over Paul Benjaminse, die voor het bedrag van 400 DM hun etablissement in zijn boek wilde aanduiden met een huisje (overnachten) in plaats van met alleen een koffiekopje. En over de pelgrim die gisteren bij hen was; hij is op weg naar Assisi met een bagagekarretje annex rugzak.
Om half twee rijden we bij Dasburg ons vierde land, Luxemburg, binnen. Om 2 uur fietsen we door het dorp Kohnenhof, buitengewest van Obereisenbach, met een camping. Hier kunnen we mooi een gasflesje kopen. Romano ziet het bordje internet.
Dat is leuk! Het verslag is t/m gisteren klaar; met een paar regels erbij over vanmorgen en de dagafstand van dit moment (28,5) kan het zo op de website. We vatten de tocht aldus samen: “We voelen ons prima; met de pijntjes valt het bijzonder mee en we slapen uitstekend. Het weer is onze grote vriend. “
Met wat mail-afhandeling en het nieuws zijn de gratis 20 minuten zo om.
De rest van de middag fietsen we heerlijk verder. We volgen alsmaar de loop van de rivier de Our, een grensrivier. We rijden soms links, soms rechts van het water, dus afwisselend in Duitsland en Luxemburg. Vele stille dorpjes zijn al aan ons oog voorbijgetrokken.
En als er weer eens zo’n stuk stijgende weg komt, dan lijkt het of het wat gemakkelijker gaat dan tot nu toe. Oefening baart kunst. In elk geval wordt elke helling beloond met een heerlijk omlaag-suizen.
In Vianden, gedomineerd door een groot kasteel, slaan we water en zuivel in. Een jong stel bewondert onze geparkeerde fietsen en Annelies heeft een leuk gesprekje met hen.
Als we de stad uitrijden, staan we voor een stoplicht; het eerste sinds Maastricht.
In Wallendorf vloeien de Our en de Sauer samen. Al fietsend zien we echt de prachtigste dalen! Dit is ook het mooiste seizoen; het groen is fris en er zijn volop bloemen, in tuinen zowel als in bermen.’t Is allemaal grensgebied; we zigzaggen wat tussen Duitsland en Luxemburg.
Als we om half zeven ons kampje opslaan in het hoge gras aan de oever van de Sauer, te midden van boterbloemen, fluitekruid en (verderop) veel brandnetels, zijn we opnieuw heel tevreden met onze dag.
We kokkerellen in het gras; ons diner bestaat uit: appel, noodles, yoghurt en pinda’s, bekroond met een heerlijk kopje zoethoutthee. We beluisteren de geluiden van de avond: heel veel vogelgezang, afgewisseld door autogeraas vanaf de overkant van de rivier.
Zodra het kil wordt, gaat de tent dicht. En zodra de tent dicht is, kruipt Romano alvast in de slaapzak. Niet moeilijk te raden hoe kort het duurt voordat hij aan het snurken is.
Dagafstand 59 km
Reisafstand 212 km
vrijdag 23 mei
Om vier uur al beginnen de vogels te zingen! Daar liggen we een uurtje wakker van (ook al omdat we scheef liggen ), maar gelukkig keert de slaap weer terug. Als we later nog eens op het horloge kijken, is het opeens kwart over acht. Snel opgestaan in ons groene paradijsje en...we worden steeds sneller... 70 minuten later rijden we al, na een lekker kopje thee! Maar ja... eerlijk is eerlijk... we hebben ons niet gewassen, want de rivier ligt onbereikbaar laag.
Opnieuw een veelbelovende lucht: hoge bewolking met wat blauw. Volgens het routeboekje krijgen we vandaag slechts één helling, bij Bivels, en voor de rest vlakke weg.
In Grundhof moeten we kiezen: een korte weg met hellingen of een omweg door vlak land. De keus is niet moeilijk: we rijden liever ver en vlak. We moeten vanaf dit punt de Piste Cyclable nr. 3, ofwel PC3, volgen.
Het is heerlijk rijden zo. De kilometers schieten voorbij en om 11 uur zijn we al in Echternach. Dit is een mooi oud stadje, erg toeristisch ook, maar wij wijden daar geen tijd aan. We vinden een bakker en een supermarkt, zodat we een half uurtje later heerlijk op een bankje kunnen gaan brunchen, met uitzicht op de Sauer, die hier langzamerhand Sûr gaat heten.
We rijden vooral aan de Luxemburgse kant met permanent uitzicht op Duitse plaatsjes aan de overkant. ’t Zijn stille stadjes, waar we nu al een paar dagen doorheen fietsen. Je vraagt je af of er wel eens iets spannends gebeurt. We zien keurig onderhouden tuinen, weinig winkels, geen jongelui, nauwelijks leven in de brouwerij.
Om half twee, in Wasserbillig, bereiken we de Moezel en zet een pont ons voor 1 euro p.p. over naar de Duitse oever. Hiermee verlaten we Luxemburg, waar we op de kop af één etmaal geweest zijn.
Vanaf hier heet het de Mosel-Radweg. Heerlijk vlak, het zonnetje schijnt, de hellingen staan vol wijnranken en we genieten met volle teugen. Zoals het nu gaat, zo hebben we het ons voorgesteld. De grote hindernis van de Ardennen ligt achter ons en we zoeven door het Moezeldal. Schitterend.
Om 14.00 houden we een koffie-met-taart-stop en om 16.00 rijden we Nennig binnen. Daar gaan we even de toerist uithangen, omdat Romano graag het Romeinse mozaïek wil bezichtigen waar hij vroeger zo vaak met leerlingen is geweest tijdens de werkweken in Trier.
Het is de omweg zeker waard; leuk om even iets cultureels te doen bij al die sportiviteit.
Om kwart voor vijf rijden we verder en eigenlijk komt, nu alles zo vlot gaat, Frankrijk wel in zicht! Dat hadden we vanmorgen niet gedacht.
Om half zes passeren we de Franse grens, in Sierck-les-Bains doen we nog wat inkopen en om 18.40 uur houden we halt op een mooi plekje aan de oever van de Moezel, omringd door een paar hoge bomen en net bij een bocht met mooi uitzicht over het water.
Bijzonder romantisch! Het plekje past precies bij de fles rode wijn die we gekocht hebben.
Als de tent staat, gaan we eerst zwemmen en ons goed wassen. Dit is al de derde overnachting zonder douche, maar Moezelwater met zeep en shampoo frist ons helemaal op. Daarna een wijntje aan de waterkant en een bordje ravioli uit blik met heel veel kaas.
We kunnen ons geluk niet op met zo’n stek, met zo’n reis en.... met vandaag 85 kilometer op de dagteller!! En weer bijtijds onder het dons, zonder lang lezen of puzzelen, want we zijn gewoon elke avond afgeknoedeld.
Dagafstand 85 km
Reisafstand 297 km
zaterdag 24 mei
Om kwart over zeven zijn we al voldoende uitgeslapen om op te staan. Daardoor kunnen we ook ongedacht vroeg rijden: half negen! Helaas, na 25 minuten en 6 kilometer in zuidelijke richting blijkt dat Annelies de rugzak heeft laten liggen. Terug dus! Romano past op alle bagage en Annelies fietst in 38 minuten, op een lichte fiets, terug en weer heen, waarbij haar record op de vlakke baan absoluut gebroken is.
Tegen tienen rijden we weer, onder een steeds somber wordende hemel. Dat legt vanzelf een beetje een grauwsluier over het landschap en de dorpen waar we doorheen fietsen. Veel plaatsen liggen er ook verlaten bij en dat komt niet omdat het zaterdagochtend is, maar omdat dit een leeggelopen regio is; de jonge mensen trekken naar de stad, er woont vaak nog maar een handjevol oude mensen, de winkels sluiten en daar is de doodse sfeer. Voor ons is het ook heel lastig, dat we geen bakker of koffietentje vinden. Bovendien gaat het ook nog een beetje regenen; we hullen ons snel in onze jacks en doen extra voorzichtig met het remmen tijdens afdalingen.
Eindelijk, tegen de middag al, in het plaatsje Kédange sur Canner, vinden we een kruidenier met broodafdeling. Net voor middagsluiting nog. We slaan e.e.a. in en brunchen een kwartiertje later op een troosteloze picknickbank tussen een uitpuilende vuilnisbak en een geparkeerde tankauto. Het is even droog geworden gelukkig.
Ook ’s middags blijft het droog, maar somber, en we krijgen te kampen met het volgende lastige ding: behoorlijke tegenwind. We moeten veel kale, hooggelegen landwegen rijden en de wind heeft daar vrij spel. En nog steeds nergens een cafeetje; alle op de routekaart aangegeven koffiekopjes duiden op een inmiddels gesloten tent.
Annelies heeft om vijf uur helemaal geen puf meer; die extra 12 km van vanmorgen spelen misschien ook een rol. We besluiten tot een vroege stop in het eerste het beste geschikte weitje. Dat komt al snel, maar we moeten wel door heuphoog gras heen om een beschutte plek te bereiken.
Zodra de tent staat, begint het behoorlijk te regenen. Wat een geluk dat we vroeg gestopt zijn! We scharrelen in de nattigheid tot we ons huishoudentje op orde hebben en gaan maar wat slapen en hangen tot om 7 uur zowaar de zon weer doorbreekt en we, om ons heenkijkend, ontdekken dat het toch wel weer een supermooi kampeerplekje is.
Alweer, noodgedwongen, een creatief avondmaaltje van stokbrood, fruit en pinda’s. We hebben nl. de hele middag geen winkel meer gezien. De yoghurt bewaren we tot morgen en met het water moeten we heel spaarzaam omgaan. We slapen vroeg en in de nacht horen we het opnieuw kletteren op het tentdak.
Dagafstand 70 km (Annelies 82)
Reisafstand 367 km
zondag 25 mei
Alweer vroeg wakker en zowaar schijnt de zon! Snel eruit en op pad, voordat het opnieuw gaat regenen, denken we. We krijgen de boel nog redelijk droog ingepakt, maar voor we aan de weg staan, zijn we tot boven de knieën nat van het gras. Daar is op gerekend: we zijn met reeds natte schoenen gaan lopen; aan de weg drogen we ons af en trekken droge sokken/fietsschoenen aan. Het is dan tien over acht.
De lucht is blauw en het is al snel warm. Ook is er nauwelijks wind, de hellingen vallen mee en we fietsen heerlijk door prachtig golvend landschap. De ene graanakker na de andere trekt aan ons oog voorbij, afgewisseld door koolzaadvelden waar je het geel al een beetje ziet komen. Voor die stralend gele akkers zijn we net een paar weken te vroeg.
Als we, kort na tienen, door het plaatsje Suisse komen, ontmoeten we een Nederlands stel , Loes en Frans, dat ook naar Rome blijkt te gaan, maar dan lopend en in etappes. We maken een praatje, ze nodigen ons uit voor een kopje koffie van hun gasbrandertje c.q. Mocconapotje en wij zorgen voor de koek erbij (sultana’s). Het wordt een heel bijzondere ontmoeting, want Loes is zeer bekend met Servas en Frans heeft het gedicht ‘Ithaka’ als motto in zijn notitieboekje staan. Hoe bestaat het!
We nemen afscheid, wensen elkaar goede reis en weten dan nog niet dat Romano hen nogmaals zal spreken deze ochtend.
We fietsen heerlijk verder, genieten bijzonder en dan.... raken we elkaar kwijt. Romano draait een rondje over een erf, Annelies fietst daarlangs en volgt daarna drie kilometer lang een andere fietser. Om een lang verhaal kort te maken: we rijden elk kilometers terug om de ander te vinden, echter... elk vanaf een verschillende plek. Romano ziet daarbij nog tweemaal de wandelende landgenoten en bedenkt met hen een noodplan, maar Annelies heeft intussen op een hoge top de bagage verstopt en is met een lichte fiets teruggereden. Blij weerzien?? Nou, eerst nog niet; eerder boos weerzien, omdat Annelies had kunnen bedenken dat een stug doorrijdende fietser Romano niet kan zijn; die zou bij de eerstvolgende kruising gestopt zijn. Maar gelukkig zijn we weer samen.
Intussen nergens een bakker of cafeetje; wat een landstreek, dat Lotharingen! We houden een appel-stop en een pinda-stop en drinken mondjesmaat water. Later bellen we ergens aan om de bidons te vullen; dat mag natuurlijk en we krijgen nog een grote fles bronwater kado.
Die doodstille plaatsjes blijven ons verbazen. Ze zien er schilderachtig uit, maar je ziet nauwelijks een teken van leven. Toch moet er leven zijn, want we zien geparkeerde auto’s. Misschien zijn ze allemaal aan de zondagmiddagdut?
Soms krijgen we even wat mee van wat er speelt. In een dorp staan twee borden:
1. OUI voor schone energie; 2. NON voor windenergie.
Intussen blijft het heerlijk fietsen vandaag. De zon schijnt voortdurend; wat een verschil met gisteren! We kleuren lekker bij, al blijven de bovenbenen wit van het broekje en het voorhoofd idem van de helm.
We schieten ook lekker op in de richting van Mittersheim, waar we eindelijk weer eens een camping op de route hebben gezien.
Een half uurtje voor aankomst zien we een gezellig terrasje. Koffie! Het wordt er extra leuk als de eigenares een praatje komt maken en zomaar een Frans kookboek kado doet. Voor moederdag, want dat is het vandaag in Frankrijk. Alweer een leuke verrassing op deze dag.
We zitten er heerlijk en nemen er nog een wit wijntje bij. Het cafeetje is nog maar tien dagen open; bij vertrek wensen we de eigenaars succes met hun zaak en nog veel Rome-fietsers als klant (met als tip om broodjes te gaan serveren voor alle reizigers die al dagen geen winkeltje kunnen vinden).
Een half uur later zijn we op de camping. We vragen en krijgen een plekje met een stroompaal, zodat de diverse apparaten opgeladen kunnen worden. Van de Duitse buurman krijgen we de vierde verrassing van deze dag: een heerlijk glas witte wijn als welkom en waardering voor de fietsprestatie.
De hier aanwezige restaurants zijn dicht; we moeten het doen met de snackbar van de camping. Daarna een heerlijke douche, de eerste sinds vier dagen.
Het is een warme avond en we zitten nog een hele tijd op het bankje aan de plas. Aan de overkant loopt de TGV-lijn; als zo’n supersnelle trein passeert, is dat een heel mooi gezicht: alle verlichte raampjes worden weerspiegeld in het water.
Dagafstand 59 km (daarbij nog 7,5 km elkaar zoeken en 3 km op camping rondrijden op zoek naar restaurant)
Reisafstand 426 km
-
26 Mei 2008 - 20:16
Hans:
Duidelijk anders dan NwZeeland of (laat staan!) Japan. Maar blijkens de foto's ook heel mooi.
Wat dat elkaar kwijtraken betreft: hebben jullie geen mobieltjes? f was hetr te zwaar er 2 mee te nemen?
Onze verjaardagen zijn inmiddels achter de rug - een meer-dan-dubbel feest, nu ook met kleinzoon in zijn eerste reistenue en oudste kleindochter die alleen in een Optimistje de Wijde Aa durft te bezeilen! Jarige kleindochter en jarige opa ieder met een feestslinger om de hals, zodat dehele camping weet wie er jarig zijn.
Groeten,
Hans -
27 Mei 2008 - 19:48
Mieke/Simon:
Ook dit verslag met zeer veel interesse gelezen. Op deel 2 heb ik ook al gereageerd denkende dat dat het laatste levensteken was. Misverstand tussen Simon en mij. Wij leven met julllie mee en genieten dat jullie het zo naar je zin hebt. Succes en liefs Miek/Simon
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley