4. Door de Elzas naar Zwitserland - Reisverslag uit Kaiseraugst, Zwitserland van Romano en @nnelies Bock - WaarBenJij.nu 4. Door de Elzas naar Zwitserland - Reisverslag uit Kaiseraugst, Zwitserland van Romano en @nnelies Bock - WaarBenJij.nu

4. Door de Elzas naar Zwitserland

Door: Romano en @nnelies

Blijf op de hoogte en volg Romano en @nnelies

30 Mei 2008 | Zwitserland, Kaiseraugst

maandag 26 mei

We beginnen de dag met een duik in de plas. Onze aardige buren brengen ons koffie en we blijken gsm-bereik te hebben. We lezen allerlei sms-jes: Suus doet mede namens Leonie en Elles een voorstel voor een motor bij de rubberboot, oom Piet is overleden, we zijn in de B-lijn van SassemTroef gebleven. Romano belt daarna naar oma.
We rijden kort na 10 uur weg. Tegelijk met ons vertrekt nog een Benjaminse-echtpaar; zij zullen naar Rome fietsen en weer terug!
Zij blijken de tocht van vandaag op dezelfde manier te beginnen als wij: bij de épicerie van Mittersheim. Ons boodschappenlijstje ziet er elke dag bijna hetzelfde uit: brood, melk, kruidenkaas, ham, paté en eventueel iets lekkers.
Het eerste stuk voert langs een kanaal dwars door het bos. Bij het tweede sluisje gaan we brunchen, zoals meestal met een sudoku erbij.
De temperatuur is prima en op een gegeven moment breekt ook de zon door; nog later wordt het echt heet.
23 zonnige kilometers en vier pittige hellingen later zijn we in het stadje Sarrebourg.
De kapel waar glas-in-lood-ramen van Chagall te bewonderen zijn is helaas wegens restauratiewerkzaamheden gesloten. Maar wel laten we ons de weg wijzen naar een internetcafé; dat blijkt een gezellig terras te zijn met gratis WIFI-verbinding. Nu, hier zitten we dus prima om foto’s bij het vorige verslag te zetten en een nieuw verhaal plus foto’s toe te voegen aan de website. We brengen er ruim twee uur door. Romano zit geduldig te lezen, terwijl Annelies hard bezig is.
Om vier uur staan we er even bij stil dat we precies een week onderweg zijn. De reisteller staat op 460 km en dat is op 2/3 van het stuk tot Bazel.
Om kwart over vier pas gaan we weer verder, voldaan dat het thuisfront weer op de hoogte is en dat Romano het weerbericht heeft kunnen raadplegen: voor Straatsburg en Bazel maandag en dinsdag 27 graden en zonnig, voor woensdag onweer en 28 graden.
Om de stad uit te komen moeten we behoorlijk steil omhoog; Romano doet dat op de trappers. Heel knap; wel nodig ook, na drie cappuccino met, i.p.v. opgeklopte melk, een enorme dot slagroom. Annelies oefent haar wandelspieren; dat is al moeilijk genoeg in de hitte.
Na de heuvels komt een heerlijk stuk: kilometers lang jaagpad langs het Marne-Rijn-kanaal, een lief kanaaltje met vele sluisjes, omzoomd door dichte bossen. Dit gedeelte doet ons terugdenken aan die heerlijke fietstocht, vorig jaar begin mei, langs het Canal St.Martin in Parijs tot ver op het platteland. Ruim 40 km was dat toen, en met de trein terug. Dit stuk is net zo heerlijk om te fietsen. En vlak!!!
We vinden geen winkel meer en besluiten om op te eten wat we nog bij ons hebben; dat is genoeg. We kiezen daarvoor een picknicktafel net voorbij de tunnel waar het kanaal in ondergedoken is en vlak voor een sluis. Er komen twee boten langs; de ene mag nog doorvaren, maar de andere niet meer; er wordt aangelegd en vijf vrolijke Franse echtparen gaan vlak naast ons alles gereed maken voor hun avondeten. Ze bieden ons wijn aan, maar we willen eigenlijk verder, zolang het nog lekker weer is; er komen al wolken aan.... Met z’n tienen zwaaien ze ons uit en wensen ons goeie reis naar Rome.
Even later, langs een pracht stuk ‘oud kanaal’ barst een flinke regenbui los. We schuilen zelfs onder de bomen, maar het duurt te lang. Ingepakt in jacks rijden we verder en worden lekker nat. Koud is het niet. Als de regen na een half uurtje ophoudt, kunnen we zelfs weer een beetje droogwaaien.
In Lutzelbourg geeft een mevrouw ons water in het bidon, tolkt Annelies voor een Duitse fietser die de bakker zoekt en geeft een vriendelijke autochtoon, zelf het slachtoffer van brommerpech, ons de tip dat 7 kilometer verderop langs het kanaal een picknickplek is waar we prima kunnen kamperen.
Tot net na achten fietsen we door op het lekker vlakke geasfalteerde jaagpad en vinden de bedoelde plek. Heerlijk om naast de tent een bank en tafel te hebben. Een nadeel: elk kwartier raast een TGV of goederentrein voorbij.
Het is wederom een mooie avond en wij zijn de enigen hier. In het donker maken we nog een wandeling langs het water; tussen het spoorlawaai door is het hier absoluut stil.

Dagafstand 51 km
Reisafstand 487 km


INTERMEZZO

Als je zo dagenlang aan het fietsen bent, worden heel andere zaken belangrijk, zie je andere dingen en word je van heel andere dingen blij c.q. niet-blij dan in het gewone leven.

Belangrijk:
- hoe hard waait de wind en uit welke hoek?
- hoe hoog moeten we vandaag klimmen?
- heeft het volgende dorp een winkel?
- halen we het voor sluitingstijd?
- hoeveel water hebben we nog?
- wat is dat piepje aan de fiets?

Dit zien we:
- na een regenbui allerlei slakjes die twee aan twee het pad oversteken
- zwart-glanzende torren die ook rustig over het asfalt trippelen
- zwanen in de Moezel
- zorgvuldig bijgehouden bloementuinen
- vervallen boerenhuisjes die zo van een schilderij weggelopen lijken te zijn
- omaatjes op bankjes
- het prille geel van koolzaadvelden
- doodstille dorpjes: een kerk, een kerkhof en tien huizen

Dit maakt ons blij:
- een auto die ons langzaam inhaalt, terwijl de bijrijder uit het raam applaudisseert
- het mooie weer
- als, nadat je bij drie dorpen jezelf omhoog moest zwoegen naar het kerkplein, het vierde dorp een rondweg onderaan de heuvel heeft
- wild kamperen in een bloemenwei met ’s morgens en ’s avonds en vogelconcert
- als je, met de wind schuin tegen, de hoek om mag slaan en de wind schuin mee krijgt
- een onverwachts aangeboden kop koffie, beker wijn of fles water
- als je naar het volgende routekaartje mag omslaan en daar een vlakke of dalende hoogtelijn getekend staat
- de koekkoek die vanaf Maastricht al met ons meevliegt en elke avond laat horen dat hij er nog is
- een bankje naast de tent

Wat maakt ons niet-blij?
- ach... eigenlijk alleen die klimpartijen; maar na elke inspanning volgt vanzelf de beloning van de afdaling en dan zijn we weer blij.
- o ja, ook nog wat zadelpijn


dinsdag 27 mei

Na een vrij slechte nachtrust zijn we om kwart over zeven al uit de veren. Het heeft vannacht nogal geregend en het is erg vochtig overal.
Ons ochtend ritueel voltrekt zich zoals altijd op ons dooie gemak en om 8.50 uur beginnen we aan het laatste stuk van het jaagpad langs het mooie kanaal. In Saverne doen we wat inkopen en ontbijten we op een bankje aan een gezellig plein, te midden van duiven en plaatselijke ochtendwandelaars.
We moeten deze dag één ‘zware’ helling doen, tussen Salenthal en Allenwiller; voor de rest blijft het redelijk vlak. Hoewel... Paul Benjaminse is niet altijd consequent in zijn hoogtegrafieken en soms is een vlakke lijn in zijn boekje toch een behoorlijk golvende weg door het Franse land. Maar we kunnen nu al meer aan dan een week geleden.
Het is vrij drukkend weer; de zon probeert door te komen en de natte aarde is aan het dampen. De hoge top kost dan ook heel wat zweetdruppeltjes; des te meer voldoening voelen we, als we bovenaan op een bankje zitten bij te komen, terwijl een beeldschoon panorama, zij het wat heiig, zich voor ons uitstrekt.
Een fietser stopt: een Duitser die een praatje wil maken en zich vervolgens ontpopt als groot kenner van de regio. Hij zegt dat we absoluut naar de negende-eeuwse kerken in Avolsheim en Rosheim moeten gaan. Hij rijdt vandaag een rondje van 100 km door de regio en is in Avolsheim gestart; zijn auto staat daar.
Een uurtje later zijn we in die plaats en we moeten hem volkomen gelijk geven. Een prachtige oude kerk (helaas kunnen we er niet in) en daarnaast een doopkapel, waar we wel in kunnen. Er zijn heel oude fresco’s te bewonderen. De rest van het plaatsje ziet er ook heel Anton-Pieckig uit.
Naast het fietspad staat inderdaad de Duitse Twingo; we stoppen een briefje onder de ruitenwisser met dank voor de goede tip.
We zitten inmiddels op de Elzasser wijnroute, de ‘route de vin’. We komen door nog veel meer mooie stadjes, met vakwerkhuizen in okergeel, groen, blauw, terrarood en bruin. Elk plaatsje is een plaatje en we zouden veel foto’s kunnen maken, maar ja.... dan zit je net op de fiets, dus laat maar.
Molsheim (veel plaatsnamen eindigen hier op –heim) heeft een gezellig plein met een mooie klok. We babbelen daar met een groepje Franstalige Belgen en verwennen onszelf met een softijsje in flink formaat.
In een volgend plaatsje halen we twee flessen wijn en een voorraad water; hiermee denken we de komende ‘wilde’ kampeeravond in vrolijkheid en zonder dorst door te brengen. Het is wel extra zwaar op de fiets....
In Rosheim, ook door de Duitse fietser aanbevolen, bezichtigen we de kerk, die van binnen en van buiten mooie details heeft, bijv. boven op het dak het beeld van (vermoedelijk) de bouwheer. Er tegenover is een ‘salon de thé’ waar we aanvankelijk binnenstappen voor een kopje koffie, maar waar we ook twee magnetronmaaltijden kopen en laten serveren. De kwaliteit houdt niet over, maar we eten tenminste eens iets anders dan brood of pasta.
Hierdoor gesterkt fietsen we, onder het warme avondzonnetje, nog een heleboel kilometers verder, omdat het zo lekker gaat en omdat er geen moeilijke hellingen meer zijn. We passeren het ene mooie kleurrijke stadje na het andere, trappen redelijk vlot omhoog, zoeven omlaag en genieten van het mooie avondlicht en de vergezichten.
Alle hellingen staan vol met jonge wijnranken.
Om half acht ziet Romano, midden tusen de druivenakkers, een schattig grasveldje met vier bomen, precies geschikt voor ons kampje. We kunnen eindelijk eens een waslijn spannen, waaraan de slaapzakken en allerlei ander vochtig spul heerlijk kunnen wapperen in de wind. Ook de binnentent mag lekker doorwaaien.
We kunnen mijlenver kijken. Als het donker wordt, gaan de lampen bij een vergelegen kerkje aan; een wit baken in de nacht.
We voeden ons met brood, zoutjes en wijn. Na drie glaasjes gaat Annelies knock-out, en Romano ontfermt zich in zijn eentje over de rest van de 2 flessen.

Dagafstand: 61,5 km
Reisafstand 548,5 km

woensdag 28 mei

Tegen de ochtend gaat het, bij zonnige hemel, heel hard waaien; de tent wordt half plat gedrukt. Annelies gaat om 6 uur de waslijn maar eens leeghalen. Romano is ook even opgestaan om die tijd en geniet van het vergezicht tot aan het Zwarte Woud.
Daarna slapen we nog door tot half negen; inmiddels is de wind wat gaan liggen.
Ook kunnen we nu eens ontbijten voordat we gaan rijden; we hebben brood, beleg, melk en vruchtenyoghurt in de voorraadtas. ’t Smaakt allemaal prima.
We rijden tegen kwart voor elf; alles is heerlijk droog ingepakt. Een zonnige dag met een beloofde temperatuur van 28 graden ligt voor ons; daarom smeren we ons maar goed in met factor 30 zonnebrandcrème uit Samoa, met kokosnotengeur. Lekker!
In het eerstvolgende plaatsje, Andlau, dumpen we ons afvalzakje. We maken ook even een praatje met een passerende pelgrim; een jonge Duitser die, met de Jacobsschelp aan zijn riem, op weg is naar Santiago de Compostella.
Dan vervolgen we onze route langs al die leuke wijnplaatsjes, het een al fotogenieker dan het andere.
In Dambach is de markt net afgelopen, maar de fruitkraam staat er nog. We kopen aardbeien, druiven en kiwi’s en binden de plastic zak aan een van de bagagetassen, zoals we bij andere fietsers zagen. Drie dorpjes verder, bij een keurig schoon openbaar toilet, frissen we ons wat op en eten we heerlijk aardbeien met suiker (uit de na koffiestops bewaarde suikerzakjes).
Als we even later een mooi fietspad volgen door het akkerland (er is hier meer dan wijnbouw), haakt ene Gerrit uit Groningen bij ons aan. Hij fietst ook naar Rome, maar dan in een tempo van ca. 140 km per dag. Hij rijdt in zijn eentje en is dus wel om een praatje verlegen. Hij blijkt de afgelopen nacht Frans en Loes op een camping ontmoet te hebben. De wereld van Rome-gangers is klein.
Na vijftien gezellige kilometers gaat hij in zijn eigen tempo weer verder; binnen een paar minuten is hij uit ons gezichtsveld verdwenen.
Intussen zijn wij bij Ingersheim, waar we het een en ander kopen (o.a. een liter melk die achter elkaar naar binnen gaat) en koffie drinken. De koffiedame heeft geen koek in de aanbieding, maar we mogen gerust even naar de banketbakker verderop in de straat om iets te halen. Annelies haalt twee koekpunten en we krijgen een schoteltje en vorkje naast de koffiekopjes.
Na deze shot lekkernijen kunnen we weer een heel stuk voort. Romano wil het liefst doorrijden tot het bos van kaart 24; dan is het zeker dat we morgen Basel halen.
Het is nog steeds behoorlijk warm, al is er even een kwartiertje regen. Net op dat moment rijden we op een bushokje af; we kunnen er prima schuilen. Daarna komt de zon weer terug. Nog vele zweetdruppeltjes bij niet eens zulke hoge hellingen.... een goede oefening voor het warme Italië dat ons wacht.
Ergens wijst een buitenthermometer inderdaad 28 graden aan. En dat op 28 mei! Hopelijk is het morgen niet 29 graden...
We hebben nog water nodig, maar de winkels zijn al dicht. In Eguisheim spreekt Annelies twee vrouwen aan; ze weten een winkel, maar die is waarschijnlijk al gesloten. Als ze horen dat het alleen om water gaat, krijgt ze een grote fles bronwater mee.
In Requisheim hangt een groot bord: Pizzera La Dolce Vita. Daar willen we wel heen; we willen onszelf wel weer eens tracteren, na alle simpele avondmaaltijden, maar... het is niet te vinden! Een dorpeling wil wel even voor ons uit rijden naar de afgelegen plek waar inderdaad die pizzeria open blijkt te zijn. De laptop krijgt er nieuwe stroom en wij ieder een pizza van uitstekende kwaliteit met, natuurlijk, een lekker flesje rode wijn erbij.
Dan is het nog een uurtje naar het bos van kaart 24. We halen het dus! Tegen half tien staan we aan de rand van het gewenste bos, op een pas gemaaid weiland vlakbij een picknickbank.

Dag afstand: 89,5 km
Reisafstand 638 km

donderdag 29 mei

Op dit weiland is het ook weer heerlijk wakker-worden. Het heeft vannacht geregend, maar nu schijnt de zon weer. We rijden om kwart voor elf en eigenlijk hebben we alleen nog maar een recht, vlak stuk voor ons, dat regelrecht naar Basel voert. Wel kilometers lang!
Prachtig geasfalteerde fietspaden.
We zijn rond 1 uur in Krembs, waar de winkels dicht zijn, maar waar wel, in een boot, een gezellig restaurant is. We genieten daar van een warme lunch; de borden zien er uit als schilderijtjes, alsof de kok in Japan geschoold is. Wit wijntje erbij.... genieten!
Dan volgen we het kanaal verder. Het is een mooie, rustige weg en het gaat lekker snel.
We ontmoeten een Duitser die ook naar Rome fietst en die geïnteresseerd is in de route die wij volgen. Hij is nu 76, maar als kind, in de jaren vijftig van de vorige eeuw, fietste hij over de Gotthard-pas.
Om vijf over half vier beleven we het grootse moment dat we Basel binnenfietsen. Hiermee hebben we deel 1 van de serie van Paul Benjaminse voltooid. We stoppen boekje 2 in het hoesje van de stuurtas en beginnen vol goede moed aan de route door de stad.
Zoveel huizen en zoveel mensen hebben we in tien dagen niet gezien! Romano rijdt voorop en leidt ons beiden snel, langs de Rijn, door noord-Basel naar de juiste uitvalsweg.
En passant pinnen we 500 Zwitserse franken. Wat lastig dat dit land geen euro’s kent; nu moeten we weer gaan omrekenen.
Door de leuke dorpen Muttenz en Pratteln komen we in Kaiseraugst. Daar is een camping en die hebben we inmiddels wel weer eens nodig; voor douchen en voor kleren wassen.
Als de tent staat en de eerste was draait, duiken we het zwembad in (20 graden) en ook nog even in de Rijn zelf (18 graden, brrr).
Dan wandelen we naar het dorp voor een patatje; intussen barst een flinke bui los, dus we zijn blij dat we binnen zitten. In de loop van de avond spreken we alle kinderen telefonisch; bij hen gaat alles ook goed.

Dagafstand: 62 km
Reisafstand: 700 km

  • 30 Mei 2008 - 08:21

    Leonie:

    ha mama,
    ik had nog teruggebeld gister na 11 uur maar kreeg alleen je voicemail. alles gaat goed hier, jullie verhalen en foto's zien er super uit! succes verder, veel liefs!

  • 30 Mei 2008 - 08:35

    Evert-Jan:

    Groetjes uit Oude Wetering van mij en de poezen. Knap dat jullie al in Basel zijn!

  • 02 Juni 2008 - 10:23

    Mieke En Simon:

    Als ik lees: zadelpijn, moeizaam helling beklimmen, alles regennat: dan denk ik, goddank, dat alles maak ik niet mee
    Als ik lees: heerlijk de helling afsuizen, vogelconcerten bij het ontwaken,rustieke dorpjes, kamperen bij een ruisende beek, onverwachte ontmoetingen; dan denk ik: ik zou daar graag bij willen zijn!!
    Wij wensen jullie veel succes bij jullie verdere tocht!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Zwitserland, Kaiseraugst

Romano en @nnelies

Actief sinds 05 Mei 2008
Verslag gelezen: 724
Totaal aantal bezoekers 58272

Voorgaande reizen:

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: