10. De hitte van Toscane en Umbrië
Door: Romano en @nnelies
Blijf op de hoogte en volg Romano en @nnelies
22 Juni 2008 | Italië, Assisi
dinsdag 17 juni
We houden een bijzonder luie ochtend. Er wordt nog een wasje gedraaid, we liggen lekker te lezen en Annelies kan laptoppen bij het stopcontact in de wasmachineruimte.
Eerder vanochtend heeft ze Romano blij gemaakt door aan de Nederlandse bewoners van een camper te vragen of we bij hen vanavond Nederland-Roemenië mogen meekijken. En dat mag. Op het campingterras wordt alleen Italië-Frankrijk vertoond.
Na drieën gaan we toch nog maar even afdalen naar het centrum om afscheid te nemen van deze mooie stad. Het is er op dinsdag net zo druk als op zaterdag.
We willen we toch nog even de Dom in, maar helaas... de deur is net vijf minuten eerder gesloten. Dan vergapen we ons nog maar eens aan de overweldigende voorgevel.
Bij het internetpoint stuurt Annelies bericht 9 naar de site, terwijl Romano op een naburige computer onze terugreis regelt. Hij boekt tickets bij Ryan Air voor dinsdag 8 juli. De vlucht Rome-Eindhoven zal twee uren duren; ongelooflijk, als je bedenkt hoe lang de fietstijd Maastricht-Rome is.
Dan snel weer terug, spaghetti kopen, koken en opeten, want het is tijd voor de wedstrijd. De mensen van de camper zijn aardig en hartelijk; de koffie staat klaar en wij hebben wijn/pinda’s meegebracht. De uitslag 2-0 maakt iedereen blij; vanuit het terras komt luid gejuich omdat Italië ook wint. Na de wedstrijd gaan we snel de tent in om morgen fit te zijn.
woensdag 18 juni
Om half elf duwen we onze fietsen het steile pad op omhoog naar de receptie, rekenen vijf (!) overnachtingen af en gaan op pad. Op onze stuurtasjes zit voor het eerst het boekje van Reitsma en niet meer Benjaminse.
Het is nu eindelijk echt, Italiaans, onbewolkt zonnig weer. En dat zullen we weten ook, want we krijgen een aantal bijzonder lastige beklimmingen te doen. Annelies gaat lopen, zodra het te steil wordt, maar Romano trapt stug door. Natuurlijk hebben we ook heerlijke afdalingen.
Wat in elk geval de hele dag fantastisch blijft, is het landschap waar we doorheen fietsen. Eerst vriendelijke buitenwijken van Florence, dan weer groen en natuur: bloeiende struiken, torenhoge cipressen en.....eindeloze velden met olijfbomen, afgewisseld door ontelbare wijngaarden. Want we rijden dwars door de Chianti-streek.
We zijn heel fit na de rustdagen en nog steeds met sterke spieren, maar.... een 10%-helling blijft een 10%-helling; we komen er wel, maar ten koste van stromen zweetdruppeltjes. We stoppen er ook heel wat vocht in op zo’n dag.
Drie uur na het vertrek uit Florence staan we op een pas met een hoogte van bijna 500 meter, bij Poggio alle Croge, en kijken het Arno-dal in. We eten een broodje in de berm en beleven dan een kilometerslange verrukkelijke afdaling.
In Matassino drinken we een ijskoud flesje fris plus een kop koffie; toevalligerwijs is er een ijzerhandel, waar Romano snel een steeksleutel nr. 15 koopt; we hebben geleerd dat die nodig is om straks, voor de terugvlucht, de trappers los te halen.
Dan volgt een schitterende weg, hoog boven de Arno. Ruim 20 kilometer is deze ‘Setteponti’-weg, de Zevenbruggenweg die in feite een oude Etruskische weg is. Ter rechterzijde een permanente landschapsfilm, onder onze wielen asfalt dat langs de hellingen golft zonder ergens te steil te worden. De middag loopt ten einde, dus het wordt wat koeler in de zon. Een heerlijk deel van het traject van vandaag.
Om half 7 gaan we op zoek naar een supermarktje. In Loro Ciuffena vangen we bot, want de winkels zijn op woensdag dicht, maar even verder is een cafeetje langs de weg met een paar schappen kruidenierswaren. We kopen tortellini en wijn en willen daarmee doorrijden, totdat Annelies een mooi vlak, groen weitje ontdekt naast de parkeerplaats van het café.
Even vragen aan de man die ons net voor 16 euro boodschappen heeft verkocht en ja hoor... we mogen er onze tent opzetten. Wat een bof! We hebben er een eindeloos ver Toscaans uitzicht.
Als we ons geïnstalleerd hebben, gaan we eerst even klantje spelen en wijn drinken in het café, zodat we er ook naar het toilet kunnen. Dan kookt Romano ons avondpotje, dat we pas om half tien, bij het licht van de volle maan en de geuren van pasgemaaid gras, opeten.
Koffie opnieuw in het cafeetje, even verslag tikken en dan is het bedtijd.
Dagafstand 55 km
Reisafstand 1681 km
donderdag 19 juni
Ondanks alle verkeerslawaai op deze driesprong slapen we, zij het met onderbrekingen, toch tot half negen uit. Omdat we nog niet zo willen scheiden van onze weide met het weidse uitzicht, doen we weer lekker kalm-aan.
Als we ons, bij gebrek aan kraan, hebben opgepoetst met babytissues, gaan we lekker ontbijten bij het cafeetje en daarna tandenpoetsen op hun toilet. Tegen elf uur stappen we eens op de fiets, na een welgemeend ‘grazie’ aan de eigenaars (zij hadden wel goede klanten aan ons).
We vervolgen de prachtige Etruskische weg van gisteren, doen en passant boodschappen (vooral drinken) en houden een appelstopje bij een oude Romeinse brug.
Dan komen we bij een kruispunt waar we eigenlijk linksaf moeten, maar rechtdoor 4 km verder bevindt zich de stad Arezzo waar Annelies e.e.a over gelezen heeft. Vooral de fresco’s van Francesca zouden heel bijzonder zijn; “het mooiste werk van de 15e eeuw”. Romano heeft in deze hitte niet zoveel zin in cultuur, maar laat zich overhalen. Zo fietsen we snel en zonder stijging naar de stad, maar voor het oude centrum moeten we onder een oude poort door en dan moet er, over eeuwenoud wegdek, flink geklommen worden.
Na enig zoeken vinden we de San Francesco. De heilige Franciscus van Assisi was gebrand op eenvoud en zo zijn zijn kerken ook: een grote ruimte, zonder de tierelantijnen die we in vorige steden zagen, met, bij het altaar, drie vierkante kapellen. Alle wanden van het schip bevatten fresco’s en in de middenkapel is dan die befaamde serie van Francesca te bewonderen. Het is heel bijzonder en mooi om te zien. We hebben geen spijt van de kleine omweg.
Dan moeten we terug naar de route, maar goede kaartlezer Romano brengt ons beiden feilloos op de juiste uitvalsweg. We doorkruisen een prachtig groen, en plat (!) gebied. Op een dorpspleintje houden we een lunchstop en dan moeten we toch echt richting heuvels.... Het is gedaan met de pret en onder veel gekreun, ten koste van liters zweet, gaan we twee uur lang stijgen. Niet zo’n beetje... we moeten, over een afstand van 4,5 km, naar een hoogte van 580 meter; het is vandaag echt een crime. Door de warmte? Door de constante stijging? Door het late tijdstip? We weten het niet, maar deze keer krijgt de berg zelfs Romano eronder; ook hij gaat hele stukken lopen.
We doen het kalm-aan (er is geen keus), we lopen van schaduwplek naar schaduwplek, drinken liters vocht en doen er dus heel lang over. Maar om vijf uur is de pas bereikt en belonen we onszelf, doornat van het zweet, met een koude energy-drink en een kopje koffie. Annelies gaat met washandje, handdoek en schone kleren richting toilet en houdt daar een complete wasbeurt.
De hierop volgende afdaling is natuurlijk weer een verrukking; beloning na de inspanning.
Vlak voor Anghiari is er nog een keer een pesterige helling, zij het niet zo lang als die andere, en dan hebben we het gelukkig gehad voor vandaag. In dit plaatsje kopen we nog wat proviand en willen nog een uurtje rijden, maar.... we slaan een hoek om, zien een prachtig panorama van de middeleeuwse stad tegen de helling plus de brede Tibervlakte met overal stadjes en plaatsjes en stoppen om hier foto’s van te maken.
Als de foto’s gemaakt zijn, kijken we iets dichterbij en ontdekken, vijf meter lager, een miniatuur-plantsoentje met picknickbank en kraan. Precies voor ons zo aangelegd!!
Dachten we gisteren het mooiste uitzicht gehad te hebben, nu blijkt dat het nog mooier kan. Het is wel een beetje randje-van-de-stad en misschien worden we weggestuurd, maar we gaan eerst eten en de tent pas bij donker opzetten. Er komen allerlei stadbewoners en/of toeristen langs, maar iedereen groet vriendelijk (terug).
Nou ja... eten... kok Romano heeft niet zo’n zin in noodles en we houden het, heel ongezond en minimalistisch, bij rode wijn en pinda’s. Lekker.
Annelies gaat nog even een rondje kuieren door de stad; de oude citadel is zo prachtig, dat Romano dat morgen ook moet zien.
Het licht wordt allengs minder en de verlichting in stad en dal gaat geleidelijk aan. In de late avond gaat nog een muziekkorps door de stad. Zwerfpoezen lopen door ons parkje; ze laten zich niet lokken. Romano houdt een wasbeurt aan de kraan. Als het helemaal donker is, zetten we de tent op; de wekker staat op 07.00 uur, want we moeten hier toch wel bijtijds opruimen, vinden we.
Dagafstand 53 km
Reisafstand 1735 km
vrijdag 20 juni
Om 7 uur opstaan en meteen een wasbeurt aan de kraan blijkt een goed idee te zijn geweest, want om half acht arriveren twee heren van de plantsoenendienst. Ze groeten vriendelijk en beginnen aan de andere kant te maaien, zodat we nog rustig kunnen opbreken. In het dal hangen nog dunne flarden mist; ook op dit moment van de dag is het een geweldige aanblik.
We kopen broodjes om de hoek, bij dezelfde winkel waar we gisteravond nog niet wisten dat we na de aankopen slechts 20 meter verder zouden rijden. We ontbijten op het bankje voor de winkel en rijden dan de citadel van Anghiari binnen. We fietsen/lopen van hoog naar laag over ultra-steile straatjes en supersmalle steegjes, alles wel een foto waard met die mooie oude stenen en de fleurige bloembakken erbij. We zien het stadje wakker worden: deuren gaan open, mensen maken praatjes met elkaar of ze lopen met net-gekocht brood langs; de eerste klanten zitten op het terras aan het plein.
Wij slaan dat terras over; om kwart over negen roetsjen we de laatste tientallen meters omlaag naar het dal, waar een vrij vlakke weg naar het zuiden ons wacht. We zijn vroeg en willen proberen of Assisi vandaag te halen is; zo’n kleine 90 km nog.
Ondanks dit woeste plan geven we om 10 uur al toe aan de verlokkingen van een terrasje in Selci. Als we aan de koffie zitten, stopt een Engelse fietser om de weg te vragen. Als hij ook iets te drinken haalt, nodigen we hem aan onze tafel; toch weer interessant om fietservaringen uit te wisselen. Hij gaat van Sicilië naar het Lago Maggiore.
Net als we weer weg willen fietsen, stopt een Nederlands echtpaar. Ze fietsen ook Reitsma; hun leeftijd (69 en 66) dwingt bij ons respect af. We praten meteen zo gezellig, dat we weer gaan zitten en met hen ook nog een uurtje koffiedrinken. Fietsavonturen, ook bridgen, ook a.s. oma/opa... er is genoeg te kletsen. Zo komen we niet in Assisi vanavond. Nou ja, als niet... dan niet.
We fietsen weer verder, zij voor ons uit. Na de rotonde is er getoeter... een automobiliste wijst op de lege bagagedrager van Annelies... de gele tas ligt op de weg. Dom! Weer niet goed vastgemaakt. Het engeltje is er nog.
Een kwartier later gaat Annelies onderuit; naar rechts uitwijkend in een diepe berm terechtgekomen. Het is niet erg: knie en elleboog geschaafd, maar helaas heeft de fiets ook een paar schrammetjes.
Na deze evenementen gaat de rest van de dag vlekkeloos. We schieten geweldig op. Ongemerkt hebben we Toscane verlaten en zijn Umbrië binnengereden. Het is wel bloedje-heet, maar bij het fietsen is er een heerlijk briesje. De weg stijgt en daalt in heel hanteerbare percentages. Grote delen voeren door schaduwrijke bossen. We rijden het echtpaar nog een keer voorbij bij een cafeetje, zij rijden ons voorbij als we in de vensterbank van een supermarkt zitten te lunchen.
We kopen elke twee uur iets te drinken en met deze ‘benzine’ schieten we lekker op. Assisi is toch haalbaar! Tegen half zes, als we 70 km op de dagteller hebben staan, komt de enige echte klim van vandaag. Dat is even flink zwoegen (helling rijmt op kwelling), maar daarna is het weer gemakkelijk. Het doel wenkt; we zien Assisi als een prachtig beige stadje tegen de berghelling liggen; we krijgen zowaar een soort pelgrimsgevoel.
Om 19.45 uur arriveren we op de camping, waar we een mooie plek onder de bomen uitkiezen. Douchen, wassen draaien, praatjes maken (omdat die fietsen altijd de aandacht van medelanders trekken). En wie staan ook opeens aan de tentdeur: Frits en Yvonne, die inmiddels Florence-Siena-Assisi gefietst hebben. Later op de avond vermaken we ons met voetbal en internet.
Dagafstand 94 km
Reisafstand 1829 km
zaterdag 21 juni
Vandaag begint de zomer; in onze tent is het om half acht ook al heel zomers warm.
We maken kennis met de Duitse buren; onze telefoon mag er vandaag logeren, want onze stekker past niet in het stroompaaltje.
Met het campingbusje van 9 uur rijden we naar de stad. Gezeten aan de voet van de S. Pietro poort ontbijten we eerst uit het meegebrachte tasje, voordat we omhoog gaan wandelen. Het eerste doel is natuurlijk de S. Franciscus Basiliek, een gewijde plaats voor de katholieke wereld. Het raakt ons ook om hier te lopen. Het plein ervoor is prachtig qua architectuur; zuilengaanderijen aan beide kanten en schuinlopende lijnen die allemaal lijken samen te komen in de toegangspoort van de ‘benedenkerk’.
Met het netgekochte gidsje in de hand kunnen we het interieur goed bekijken en begrijpen. De stijl is middeleeuws, met lage ronde bogen en overal zijn kleurrijke fresco’s. Het is begrijpelijk, maar jammer dat er niet gefotografeerd mag worden.
Via een trap komen we in de crypte met het graf van Franciscus. Een heel stemmige plaats, waar het hoe langer hoe drukker wordt, zij het met stilzwijgende mensen waaraan je kunt zien dat ze dit moment en deze plek heel intens beleven.
De kerk stroomt intussen vol met bezoekers, maar het blijft toch rustig; zo niet, dan wordt er ‘Silenzio’ omgeroepen.
We komen er Frits en Yvonne weer tegen; ze zijn in fietskledij en Yvonne kreeg van de monnik een sjaaltje om over haar shirtje te knopen. Later mag ze het houden; leuk souvenir.
Bovenop deze kerk is later een andere gebouwd; via trappen en via een mooi Alhambra-achtige binnenhof kun je heen en weer. Deze ‘bovenkerk’ is hoog, licht, met slanke pilaren en spitse bogen (vroeg-gotisch). De wanden zijn gevuld met 28 grote fresco’s van Giotto. De hoge plafonds zijn ook mooi beschilderd. Opnieuw zeggen we: wat heeft het geloof toch veel kunst voortgebracht!
Het plein voor de bovenkerk is ook weer mooi (groen grasveld met het woord PAX in struikjes weergegeven) en biedt een mooi uitzicht over het dal.
Na een koffiestop gaan we weer wat hoger, want er valt nog veel te zien. Maar dan lokt een mooi schilderij op glas ons een galerie binnen. Het is werk van ene Massimo Cruciani en we zien twee thema’s: het Umbrische landschap en Franciscus. Een folder leert, dat hij de ramen van een Roemeense kathedraal heeft gemaakt en wereldwijd al heel veel tentoonstellingen had; de (vorige) paus heeft een schilderij van Franciscus van hem gekregen.
Als we langs de kunstwerken lopen, weten we het opeens: hier gaan we iets uitzoeken als herinnering aan onze fietstocht; een van de landschappen waarin we nu zoveel kilometertjes wegtrappen.
Vervolgens kijken we drie kwartier lang met heel andere ogen, dubben over formaat, prijs, kleurstelling en waar het hangen moet. De galerie-juffrouw denkt dat het om de prijzen gaat en verlaagt ongevraagd tweemaal het bedrag; dat is mooi. We maken een principe-keuze en gaan dan verder wandelen om het besluit te overdenken met de belofte dat we in de middag terugkomen.
Op het Piazza del Comuno bewonderen we vooral het Minervatempeltje, ingeklemd tussen een palazzo en de toren. Het dateert uit de 1e eeuw na Chr.! Het plaveisel van het plein is nog origineel middeleeuws.
Dan beginnen we de klim naar het hoogste punt van Assisi, de Rocca Maggiore. Gelukkig is er wat schaduw te vinden langs de muren van de steegjes en trappen; het hogere pad voert zelfs onder bomen door en dan bereiken we het oude kasteel met een fabelachtig uitzicht naar alle kanten. We zien de camping in de verte liggen. De schoonheid van wat we zien is niet in foto’s te vangen.
Onder een parasol drinken we een glaasje fris en worden dan aangesproken door.... de Belgen! Dit is de vierde keer. Nu wisselen we namen en websites uit; een van de twee gaat zelfs door naar Nepal. Zijn verslag is te volgen op www.frankgoestonepal.be.
Dan weer omlaag, via de Chiesa Nuova naar de plek van Franciscus’ geboortehuis; dat is nu een miniatuurkerkje. De wandeling is een feest van oude stedenbouw en spiritualiteit.
Intussen hebben we besloten om het schilderij inderdaad te gaan kopen, dus we zoeken de galerie weer op. De koop en het transport worden snel geregeld en wat zo leuk is: even later komt de schilder zelf toevallig langs. We praten een tijdje met hem en hij gaat met onze aankoop en met ons op de foto.
Dan moeten we snel naar de halte van het campingbusje. Intussen begint het bij Romano te kriebelen, want straks is de kwartfinale Nederland-Rusland. We spreken af met Frits&Yvonne en reserveren een vierpersoons-tafeltje in het restaurant vlak bij het tv-scherm. Intussen gaat de laptop uit logeren in een naburige Nederlandse caravan.
Om 18.00 uur gaan we naar een soort ‘happy hour’ voor Nederlanders; er is eerst een erg langdradige film over de kerken in Assisi; wel leuk om wat we vandaag zagen nu in het kader van een documentaire terug te zien. Daarna wijn- en hapjesproeverij en toeristische informatie. We boeken voor zondagmiddag een trip naar een middeleeuwse markt in een naburig stadje.
Om 8 uur zitten we met z’n vieren voor de buis. De maaltijd is overheerlijk; eindelijk eens geen pasta, maar vlees en groenten! Alles heerlijk gegrilld en gekruid. Het is ook heel gezellig; het enige wat jammer is, is de uitslag van de wedstrijd. Met een extra wijntje wordt de teleurstelling weggespoeld.
zondag 22 juni
Ontmoetingen onderweg zijn steeds zo bijzonder! Ieder heeft zijn verhaal; ieder heeft zijn eigen keuzes in het leven gemaakt. Je kunt opeens een bijzonder gesprek hebben met iemand die je niet kende en nooit meer zult zien. Zo ook onze Duitse buren; vier jaar geleden liepen ze naar Santiago de Compostella en vervolgens hebben ze, na ziekte, veel bezittingen verkocht om nu in een minicaravannetje te kunnen reizen en wandelen langs Italiaans kerken en kloosters.
Ze zijn vandaag op stap en we mogen hun stoelen gebruiken. Als je veel op de grond moet leven met krakende spieren en geschaafde knie, dan is dat het summum van geluk. We zitten de hele ochtend heerlijk in de schaduw vakantie te vieren: puzzelen en laptoppen voor tekst en foto’s. Romano prutst een stekkertje uit de kampwinkel aan ons verlengsnoer en nu hebben we toch zelf stroom. Oma wordt gebeld en alle kinderen krijgen een sms-je.
Om 14.00 worden we, samen met wat landgenoten, naar Bevagna gereden, weer zo’n oud stadje zoals er hier zovele zijn. Jaarlijks in de laatste week van juni is daar een middeleeuws festival en dat lijkt ons wel leuk voor de afwisseling.
We bezichtigen de resten van een Romeins theater en een middeleeuws huis, zijn toeschouwers bij de finale kruisboogschieten, wandelen door (alweer) smalle schilderachtige steegjes en wonen om zes uur, in een heel mooie oude kerk, een concert bij van een koor dat middeleeuwse sacrale muziek zingt, begeleid door oude instrumenten. Een hoogtepunt van de dag.
Om 8 uur rijden we weer terug. We ‘lenen’ twee stoelen van een leegstaand vakantiehuisje, waardoor we lekker voor de tent kunnen zitten, wel van tijd tot tijd gestoord door allerlei babbelige landgenoten. De fietsen zijn altijd aanleiding voor een praatje en we vertellen ook graag over onze tocht.
Later gaat Romano nog Italië-Spanje kijken, terwijl Annelies deze tekst uploadt. Het is heerlijk afgekoeld, maar morgen zal de zon weer branden. Daarom willen we vroeg starten.
We houden een bijzonder luie ochtend. Er wordt nog een wasje gedraaid, we liggen lekker te lezen en Annelies kan laptoppen bij het stopcontact in de wasmachineruimte.
Eerder vanochtend heeft ze Romano blij gemaakt door aan de Nederlandse bewoners van een camper te vragen of we bij hen vanavond Nederland-Roemenië mogen meekijken. En dat mag. Op het campingterras wordt alleen Italië-Frankrijk vertoond.
Na drieën gaan we toch nog maar even afdalen naar het centrum om afscheid te nemen van deze mooie stad. Het is er op dinsdag net zo druk als op zaterdag.
We willen we toch nog even de Dom in, maar helaas... de deur is net vijf minuten eerder gesloten. Dan vergapen we ons nog maar eens aan de overweldigende voorgevel.
Bij het internetpoint stuurt Annelies bericht 9 naar de site, terwijl Romano op een naburige computer onze terugreis regelt. Hij boekt tickets bij Ryan Air voor dinsdag 8 juli. De vlucht Rome-Eindhoven zal twee uren duren; ongelooflijk, als je bedenkt hoe lang de fietstijd Maastricht-Rome is.
Dan snel weer terug, spaghetti kopen, koken en opeten, want het is tijd voor de wedstrijd. De mensen van de camper zijn aardig en hartelijk; de koffie staat klaar en wij hebben wijn/pinda’s meegebracht. De uitslag 2-0 maakt iedereen blij; vanuit het terras komt luid gejuich omdat Italië ook wint. Na de wedstrijd gaan we snel de tent in om morgen fit te zijn.
woensdag 18 juni
Om half elf duwen we onze fietsen het steile pad op omhoog naar de receptie, rekenen vijf (!) overnachtingen af en gaan op pad. Op onze stuurtasjes zit voor het eerst het boekje van Reitsma en niet meer Benjaminse.
Het is nu eindelijk echt, Italiaans, onbewolkt zonnig weer. En dat zullen we weten ook, want we krijgen een aantal bijzonder lastige beklimmingen te doen. Annelies gaat lopen, zodra het te steil wordt, maar Romano trapt stug door. Natuurlijk hebben we ook heerlijke afdalingen.
Wat in elk geval de hele dag fantastisch blijft, is het landschap waar we doorheen fietsen. Eerst vriendelijke buitenwijken van Florence, dan weer groen en natuur: bloeiende struiken, torenhoge cipressen en.....eindeloze velden met olijfbomen, afgewisseld door ontelbare wijngaarden. Want we rijden dwars door de Chianti-streek.
We zijn heel fit na de rustdagen en nog steeds met sterke spieren, maar.... een 10%-helling blijft een 10%-helling; we komen er wel, maar ten koste van stromen zweetdruppeltjes. We stoppen er ook heel wat vocht in op zo’n dag.
Drie uur na het vertrek uit Florence staan we op een pas met een hoogte van bijna 500 meter, bij Poggio alle Croge, en kijken het Arno-dal in. We eten een broodje in de berm en beleven dan een kilometerslange verrukkelijke afdaling.
In Matassino drinken we een ijskoud flesje fris plus een kop koffie; toevalligerwijs is er een ijzerhandel, waar Romano snel een steeksleutel nr. 15 koopt; we hebben geleerd dat die nodig is om straks, voor de terugvlucht, de trappers los te halen.
Dan volgt een schitterende weg, hoog boven de Arno. Ruim 20 kilometer is deze ‘Setteponti’-weg, de Zevenbruggenweg die in feite een oude Etruskische weg is. Ter rechterzijde een permanente landschapsfilm, onder onze wielen asfalt dat langs de hellingen golft zonder ergens te steil te worden. De middag loopt ten einde, dus het wordt wat koeler in de zon. Een heerlijk deel van het traject van vandaag.
Om half 7 gaan we op zoek naar een supermarktje. In Loro Ciuffena vangen we bot, want de winkels zijn op woensdag dicht, maar even verder is een cafeetje langs de weg met een paar schappen kruidenierswaren. We kopen tortellini en wijn en willen daarmee doorrijden, totdat Annelies een mooi vlak, groen weitje ontdekt naast de parkeerplaats van het café.
Even vragen aan de man die ons net voor 16 euro boodschappen heeft verkocht en ja hoor... we mogen er onze tent opzetten. Wat een bof! We hebben er een eindeloos ver Toscaans uitzicht.
Als we ons geïnstalleerd hebben, gaan we eerst even klantje spelen en wijn drinken in het café, zodat we er ook naar het toilet kunnen. Dan kookt Romano ons avondpotje, dat we pas om half tien, bij het licht van de volle maan en de geuren van pasgemaaid gras, opeten.
Koffie opnieuw in het cafeetje, even verslag tikken en dan is het bedtijd.
Dagafstand 55 km
Reisafstand 1681 km
donderdag 19 juni
Ondanks alle verkeerslawaai op deze driesprong slapen we, zij het met onderbrekingen, toch tot half negen uit. Omdat we nog niet zo willen scheiden van onze weide met het weidse uitzicht, doen we weer lekker kalm-aan.
Als we ons, bij gebrek aan kraan, hebben opgepoetst met babytissues, gaan we lekker ontbijten bij het cafeetje en daarna tandenpoetsen op hun toilet. Tegen elf uur stappen we eens op de fiets, na een welgemeend ‘grazie’ aan de eigenaars (zij hadden wel goede klanten aan ons).
We vervolgen de prachtige Etruskische weg van gisteren, doen en passant boodschappen (vooral drinken) en houden een appelstopje bij een oude Romeinse brug.
Dan komen we bij een kruispunt waar we eigenlijk linksaf moeten, maar rechtdoor 4 km verder bevindt zich de stad Arezzo waar Annelies e.e.a over gelezen heeft. Vooral de fresco’s van Francesca zouden heel bijzonder zijn; “het mooiste werk van de 15e eeuw”. Romano heeft in deze hitte niet zoveel zin in cultuur, maar laat zich overhalen. Zo fietsen we snel en zonder stijging naar de stad, maar voor het oude centrum moeten we onder een oude poort door en dan moet er, over eeuwenoud wegdek, flink geklommen worden.
Na enig zoeken vinden we de San Francesco. De heilige Franciscus van Assisi was gebrand op eenvoud en zo zijn zijn kerken ook: een grote ruimte, zonder de tierelantijnen die we in vorige steden zagen, met, bij het altaar, drie vierkante kapellen. Alle wanden van het schip bevatten fresco’s en in de middenkapel is dan die befaamde serie van Francesca te bewonderen. Het is heel bijzonder en mooi om te zien. We hebben geen spijt van de kleine omweg.
Dan moeten we terug naar de route, maar goede kaartlezer Romano brengt ons beiden feilloos op de juiste uitvalsweg. We doorkruisen een prachtig groen, en plat (!) gebied. Op een dorpspleintje houden we een lunchstop en dan moeten we toch echt richting heuvels.... Het is gedaan met de pret en onder veel gekreun, ten koste van liters zweet, gaan we twee uur lang stijgen. Niet zo’n beetje... we moeten, over een afstand van 4,5 km, naar een hoogte van 580 meter; het is vandaag echt een crime. Door de warmte? Door de constante stijging? Door het late tijdstip? We weten het niet, maar deze keer krijgt de berg zelfs Romano eronder; ook hij gaat hele stukken lopen.
We doen het kalm-aan (er is geen keus), we lopen van schaduwplek naar schaduwplek, drinken liters vocht en doen er dus heel lang over. Maar om vijf uur is de pas bereikt en belonen we onszelf, doornat van het zweet, met een koude energy-drink en een kopje koffie. Annelies gaat met washandje, handdoek en schone kleren richting toilet en houdt daar een complete wasbeurt.
De hierop volgende afdaling is natuurlijk weer een verrukking; beloning na de inspanning.
Vlak voor Anghiari is er nog een keer een pesterige helling, zij het niet zo lang als die andere, en dan hebben we het gelukkig gehad voor vandaag. In dit plaatsje kopen we nog wat proviand en willen nog een uurtje rijden, maar.... we slaan een hoek om, zien een prachtig panorama van de middeleeuwse stad tegen de helling plus de brede Tibervlakte met overal stadjes en plaatsjes en stoppen om hier foto’s van te maken.
Als de foto’s gemaakt zijn, kijken we iets dichterbij en ontdekken, vijf meter lager, een miniatuur-plantsoentje met picknickbank en kraan. Precies voor ons zo aangelegd!!
Dachten we gisteren het mooiste uitzicht gehad te hebben, nu blijkt dat het nog mooier kan. Het is wel een beetje randje-van-de-stad en misschien worden we weggestuurd, maar we gaan eerst eten en de tent pas bij donker opzetten. Er komen allerlei stadbewoners en/of toeristen langs, maar iedereen groet vriendelijk (terug).
Nou ja... eten... kok Romano heeft niet zo’n zin in noodles en we houden het, heel ongezond en minimalistisch, bij rode wijn en pinda’s. Lekker.
Annelies gaat nog even een rondje kuieren door de stad; de oude citadel is zo prachtig, dat Romano dat morgen ook moet zien.
Het licht wordt allengs minder en de verlichting in stad en dal gaat geleidelijk aan. In de late avond gaat nog een muziekkorps door de stad. Zwerfpoezen lopen door ons parkje; ze laten zich niet lokken. Romano houdt een wasbeurt aan de kraan. Als het helemaal donker is, zetten we de tent op; de wekker staat op 07.00 uur, want we moeten hier toch wel bijtijds opruimen, vinden we.
Dagafstand 53 km
Reisafstand 1735 km
vrijdag 20 juni
Om 7 uur opstaan en meteen een wasbeurt aan de kraan blijkt een goed idee te zijn geweest, want om half acht arriveren twee heren van de plantsoenendienst. Ze groeten vriendelijk en beginnen aan de andere kant te maaien, zodat we nog rustig kunnen opbreken. In het dal hangen nog dunne flarden mist; ook op dit moment van de dag is het een geweldige aanblik.
We kopen broodjes om de hoek, bij dezelfde winkel waar we gisteravond nog niet wisten dat we na de aankopen slechts 20 meter verder zouden rijden. We ontbijten op het bankje voor de winkel en rijden dan de citadel van Anghiari binnen. We fietsen/lopen van hoog naar laag over ultra-steile straatjes en supersmalle steegjes, alles wel een foto waard met die mooie oude stenen en de fleurige bloembakken erbij. We zien het stadje wakker worden: deuren gaan open, mensen maken praatjes met elkaar of ze lopen met net-gekocht brood langs; de eerste klanten zitten op het terras aan het plein.
Wij slaan dat terras over; om kwart over negen roetsjen we de laatste tientallen meters omlaag naar het dal, waar een vrij vlakke weg naar het zuiden ons wacht. We zijn vroeg en willen proberen of Assisi vandaag te halen is; zo’n kleine 90 km nog.
Ondanks dit woeste plan geven we om 10 uur al toe aan de verlokkingen van een terrasje in Selci. Als we aan de koffie zitten, stopt een Engelse fietser om de weg te vragen. Als hij ook iets te drinken haalt, nodigen we hem aan onze tafel; toch weer interessant om fietservaringen uit te wisselen. Hij gaat van Sicilië naar het Lago Maggiore.
Net als we weer weg willen fietsen, stopt een Nederlands echtpaar. Ze fietsen ook Reitsma; hun leeftijd (69 en 66) dwingt bij ons respect af. We praten meteen zo gezellig, dat we weer gaan zitten en met hen ook nog een uurtje koffiedrinken. Fietsavonturen, ook bridgen, ook a.s. oma/opa... er is genoeg te kletsen. Zo komen we niet in Assisi vanavond. Nou ja, als niet... dan niet.
We fietsen weer verder, zij voor ons uit. Na de rotonde is er getoeter... een automobiliste wijst op de lege bagagedrager van Annelies... de gele tas ligt op de weg. Dom! Weer niet goed vastgemaakt. Het engeltje is er nog.
Een kwartier later gaat Annelies onderuit; naar rechts uitwijkend in een diepe berm terechtgekomen. Het is niet erg: knie en elleboog geschaafd, maar helaas heeft de fiets ook een paar schrammetjes.
Na deze evenementen gaat de rest van de dag vlekkeloos. We schieten geweldig op. Ongemerkt hebben we Toscane verlaten en zijn Umbrië binnengereden. Het is wel bloedje-heet, maar bij het fietsen is er een heerlijk briesje. De weg stijgt en daalt in heel hanteerbare percentages. Grote delen voeren door schaduwrijke bossen. We rijden het echtpaar nog een keer voorbij bij een cafeetje, zij rijden ons voorbij als we in de vensterbank van een supermarkt zitten te lunchen.
We kopen elke twee uur iets te drinken en met deze ‘benzine’ schieten we lekker op. Assisi is toch haalbaar! Tegen half zes, als we 70 km op de dagteller hebben staan, komt de enige echte klim van vandaag. Dat is even flink zwoegen (helling rijmt op kwelling), maar daarna is het weer gemakkelijk. Het doel wenkt; we zien Assisi als een prachtig beige stadje tegen de berghelling liggen; we krijgen zowaar een soort pelgrimsgevoel.
Om 19.45 uur arriveren we op de camping, waar we een mooie plek onder de bomen uitkiezen. Douchen, wassen draaien, praatjes maken (omdat die fietsen altijd de aandacht van medelanders trekken). En wie staan ook opeens aan de tentdeur: Frits en Yvonne, die inmiddels Florence-Siena-Assisi gefietst hebben. Later op de avond vermaken we ons met voetbal en internet.
Dagafstand 94 km
Reisafstand 1829 km
zaterdag 21 juni
Vandaag begint de zomer; in onze tent is het om half acht ook al heel zomers warm.
We maken kennis met de Duitse buren; onze telefoon mag er vandaag logeren, want onze stekker past niet in het stroompaaltje.
Met het campingbusje van 9 uur rijden we naar de stad. Gezeten aan de voet van de S. Pietro poort ontbijten we eerst uit het meegebrachte tasje, voordat we omhoog gaan wandelen. Het eerste doel is natuurlijk de S. Franciscus Basiliek, een gewijde plaats voor de katholieke wereld. Het raakt ons ook om hier te lopen. Het plein ervoor is prachtig qua architectuur; zuilengaanderijen aan beide kanten en schuinlopende lijnen die allemaal lijken samen te komen in de toegangspoort van de ‘benedenkerk’.
Met het netgekochte gidsje in de hand kunnen we het interieur goed bekijken en begrijpen. De stijl is middeleeuws, met lage ronde bogen en overal zijn kleurrijke fresco’s. Het is begrijpelijk, maar jammer dat er niet gefotografeerd mag worden.
Via een trap komen we in de crypte met het graf van Franciscus. Een heel stemmige plaats, waar het hoe langer hoe drukker wordt, zij het met stilzwijgende mensen waaraan je kunt zien dat ze dit moment en deze plek heel intens beleven.
De kerk stroomt intussen vol met bezoekers, maar het blijft toch rustig; zo niet, dan wordt er ‘Silenzio’ omgeroepen.
We komen er Frits en Yvonne weer tegen; ze zijn in fietskledij en Yvonne kreeg van de monnik een sjaaltje om over haar shirtje te knopen. Later mag ze het houden; leuk souvenir.
Bovenop deze kerk is later een andere gebouwd; via trappen en via een mooi Alhambra-achtige binnenhof kun je heen en weer. Deze ‘bovenkerk’ is hoog, licht, met slanke pilaren en spitse bogen (vroeg-gotisch). De wanden zijn gevuld met 28 grote fresco’s van Giotto. De hoge plafonds zijn ook mooi beschilderd. Opnieuw zeggen we: wat heeft het geloof toch veel kunst voortgebracht!
Het plein voor de bovenkerk is ook weer mooi (groen grasveld met het woord PAX in struikjes weergegeven) en biedt een mooi uitzicht over het dal.
Na een koffiestop gaan we weer wat hoger, want er valt nog veel te zien. Maar dan lokt een mooi schilderij op glas ons een galerie binnen. Het is werk van ene Massimo Cruciani en we zien twee thema’s: het Umbrische landschap en Franciscus. Een folder leert, dat hij de ramen van een Roemeense kathedraal heeft gemaakt en wereldwijd al heel veel tentoonstellingen had; de (vorige) paus heeft een schilderij van Franciscus van hem gekregen.
Als we langs de kunstwerken lopen, weten we het opeens: hier gaan we iets uitzoeken als herinnering aan onze fietstocht; een van de landschappen waarin we nu zoveel kilometertjes wegtrappen.
Vervolgens kijken we drie kwartier lang met heel andere ogen, dubben over formaat, prijs, kleurstelling en waar het hangen moet. De galerie-juffrouw denkt dat het om de prijzen gaat en verlaagt ongevraagd tweemaal het bedrag; dat is mooi. We maken een principe-keuze en gaan dan verder wandelen om het besluit te overdenken met de belofte dat we in de middag terugkomen.
Op het Piazza del Comuno bewonderen we vooral het Minervatempeltje, ingeklemd tussen een palazzo en de toren. Het dateert uit de 1e eeuw na Chr.! Het plaveisel van het plein is nog origineel middeleeuws.
Dan beginnen we de klim naar het hoogste punt van Assisi, de Rocca Maggiore. Gelukkig is er wat schaduw te vinden langs de muren van de steegjes en trappen; het hogere pad voert zelfs onder bomen door en dan bereiken we het oude kasteel met een fabelachtig uitzicht naar alle kanten. We zien de camping in de verte liggen. De schoonheid van wat we zien is niet in foto’s te vangen.
Onder een parasol drinken we een glaasje fris en worden dan aangesproken door.... de Belgen! Dit is de vierde keer. Nu wisselen we namen en websites uit; een van de twee gaat zelfs door naar Nepal. Zijn verslag is te volgen op www.frankgoestonepal.be.
Dan weer omlaag, via de Chiesa Nuova naar de plek van Franciscus’ geboortehuis; dat is nu een miniatuurkerkje. De wandeling is een feest van oude stedenbouw en spiritualiteit.
Intussen hebben we besloten om het schilderij inderdaad te gaan kopen, dus we zoeken de galerie weer op. De koop en het transport worden snel geregeld en wat zo leuk is: even later komt de schilder zelf toevallig langs. We praten een tijdje met hem en hij gaat met onze aankoop en met ons op de foto.
Dan moeten we snel naar de halte van het campingbusje. Intussen begint het bij Romano te kriebelen, want straks is de kwartfinale Nederland-Rusland. We spreken af met Frits&Yvonne en reserveren een vierpersoons-tafeltje in het restaurant vlak bij het tv-scherm. Intussen gaat de laptop uit logeren in een naburige Nederlandse caravan.
Om 18.00 uur gaan we naar een soort ‘happy hour’ voor Nederlanders; er is eerst een erg langdradige film over de kerken in Assisi; wel leuk om wat we vandaag zagen nu in het kader van een documentaire terug te zien. Daarna wijn- en hapjesproeverij en toeristische informatie. We boeken voor zondagmiddag een trip naar een middeleeuwse markt in een naburig stadje.
Om 8 uur zitten we met z’n vieren voor de buis. De maaltijd is overheerlijk; eindelijk eens geen pasta, maar vlees en groenten! Alles heerlijk gegrilld en gekruid. Het is ook heel gezellig; het enige wat jammer is, is de uitslag van de wedstrijd. Met een extra wijntje wordt de teleurstelling weggespoeld.
zondag 22 juni
Ontmoetingen onderweg zijn steeds zo bijzonder! Ieder heeft zijn verhaal; ieder heeft zijn eigen keuzes in het leven gemaakt. Je kunt opeens een bijzonder gesprek hebben met iemand die je niet kende en nooit meer zult zien. Zo ook onze Duitse buren; vier jaar geleden liepen ze naar Santiago de Compostella en vervolgens hebben ze, na ziekte, veel bezittingen verkocht om nu in een minicaravannetje te kunnen reizen en wandelen langs Italiaans kerken en kloosters.
Ze zijn vandaag op stap en we mogen hun stoelen gebruiken. Als je veel op de grond moet leven met krakende spieren en geschaafde knie, dan is dat het summum van geluk. We zitten de hele ochtend heerlijk in de schaduw vakantie te vieren: puzzelen en laptoppen voor tekst en foto’s. Romano prutst een stekkertje uit de kampwinkel aan ons verlengsnoer en nu hebben we toch zelf stroom. Oma wordt gebeld en alle kinderen krijgen een sms-je.
Om 14.00 worden we, samen met wat landgenoten, naar Bevagna gereden, weer zo’n oud stadje zoals er hier zovele zijn. Jaarlijks in de laatste week van juni is daar een middeleeuws festival en dat lijkt ons wel leuk voor de afwisseling.
We bezichtigen de resten van een Romeins theater en een middeleeuws huis, zijn toeschouwers bij de finale kruisboogschieten, wandelen door (alweer) smalle schilderachtige steegjes en wonen om zes uur, in een heel mooie oude kerk, een concert bij van een koor dat middeleeuwse sacrale muziek zingt, begeleid door oude instrumenten. Een hoogtepunt van de dag.
Om 8 uur rijden we weer terug. We ‘lenen’ twee stoelen van een leegstaand vakantiehuisje, waardoor we lekker voor de tent kunnen zitten, wel van tijd tot tijd gestoord door allerlei babbelige landgenoten. De fietsen zijn altijd aanleiding voor een praatje en we vertellen ook graag over onze tocht.
Later gaat Romano nog Italië-Spanje kijken, terwijl Annelies deze tekst uploadt. Het is heerlijk afgekoeld, maar morgen zal de zon weer branden. Daarom willen we vroeg starten.
-
23 Juni 2008 - 17:48
Zus Ellen:
Klinkt allemaal erg mooi, spiritueel zelfs....!Umbrie staat nog op mijn vakantie- verlanglijstje. Is het Meer van Trasimeno de moeite waard en kun je er ook mooi (berg)wandelen?
Oja, en dank voor je smsje vanwege de 23e. Veel plezier nog en de groetjes van ons allen.
-
23 Juni 2008 - 22:08
Ellen C:
Jullie hebben inmiddels wel beter weer. Rijmt op meer???????????? -
28 Juni 2008 - 17:50
Minarda&Chris:
Dat is genieten van jullie foto's en verslagen. De tijd begint al op te schieten, nog een ruime week te gaan, al in Rome beland intussen om daar al het moois te bekijken? Veel plezier nog de komende tijd.Groetjes -
08 Juli 2008 - 11:41
Marcel:
leueke tocht
Ik vertrek 31 augustus van uit rome terug naar sittard
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley